Van Roskam tot De Weenaert

 

In de loop der decennia dat wij onderzoek doen naar de herkomst van de Heijstekfamilie, zijn we ons er van bewust geworden dat we verder moeten kijken dan alleen naar het dorp Uitwijk. Echter, we hebben ondertussen zoveel informatie verzameld over het Land van Altena dat we u die niet willen onthouden. Eerder schreef ik voor u over Heijstek’s voetafdrukken in Uitwijk en over de NH-kerk aldaar. Deze publicatie geeft u inzicht in enige Uitwijkse gebouwen en hun inwoners.

 

Ambachtsheerlijkheid Uitwijk

Het is alweer jaren geleden dat ik een ontmoeting had met de in Uitwijk wonende Zeger (Ees) van Herwijnen. Hij houdt zich al geruime tijd bezig met de geschiedenis van Uitwijk en kan daarover boeiend vertellen In het jaar dat ik hem ontmoette had hij een drukbezochte lezing verzorgd met als titel: “Ambachtsheerlijkheid Den Huise Utwick en al haren aancleve”.

Ter verduidelijking: Officieel is Uitwijk ook tegenwoordig nog een ambachtsheerlijkheid, waarbij onder ambacht wordt verstaan een gebied waarvan aan het hoofd een heer staat, de ambachtsheer. Na verschillende gemeentelijk herindelingen behoort Uitwijk samen met nabije dorpen tot de gemeente Woudrichem.

 

Over Ees is nog vermeldenswaard dat hij ook een Heijstek als voorvader heeft. Uit het huwelijk van Corstiaan Heijstek met Kuindertje van der Koppel werd onder andere geboren dochter Mechelina Antonia (1801 -1870). Zij trouwde in 1833 met Zeger van Herwijnen, een voorvader van Ees.

Overigens kwam het nog twee keer voor dat een Heijstek in Uitwijk trouwde met een Van Herwijnen. Rond 1735 trouwde Maaike Lodewijkse Heijstek met Zeger Pieterse van Herwijnen. Een eeuw later, in 1839, trouwde Maaike Jacoba Heystek met Peter van Herwijnen.

 

Na de aankomst in Uitwijk van Lodewijk Heijstek in het midden van de 16e eeuw, zijn daar  tot in de 20e eeuw naamgenoten blijven wonen. Volgens Ees behoorden zij vaak tot de notabelen van het dorp. De in 2009 overleden chauffeur Jan Cornelis Heijstek was de laatste naamgenoot die er met zijn gezin woonde.

 

 

Herberg De Roskam

Wie vandaag de dag in Uitwijk een inwoner aanspreekt, moet niet verbaast opkijken als snel de naam Heijstek valt en er gewezen wordt naar de huidige woonboerderij wat vroeger de herberg De Roskam is geweest.

 

Vanaf zo ongeveer 1650 wordt in onze familiegeschiedenis enkele malen gesproken, beter gezegd geschreven, over een herberg, soms met de naam “De Roskam”. Al ver daarvoor, in de twaalfde en dertiende eeuw, was er sprake van een herberg welke onder andere dienst deed bij het bezoek van bisschoppelijke vertegenwoordigers van het bisdom Utrecht. Weer later diende deze ook als verblijf voor de schepenen bij hun bezoek aan Uitwijk en verbleven er de Heren van Uitwijk.

In 1602 werd het pand bewoond door Teunis Peters van Oversteeg die op 28 november 1578 voor het gerecht van Uitwijk aan de ambachtsheer beloofde: „… hij zijn geseet zal ophogen  zo dat de straat breed genoeg zal zijn. Voorts dat hij de sloot tegen de pastoriehof zal vullen en er geen sloot meer zal graven.” Waarschijnlijk was het pand toen als woning in gebruik.

 

Rond het jaar 1667 was het in ieder geval weer een herberg en kwam voor het eerst de naam Heijstek naar voren. We lezen op 26 oktober 1667 in het Rechtboek van Uitwijk: “… een vechtpartij met messen en blessures bij avont en dans in de herberg van Louweris Meeuwis Heijstecq.”

Zijn zuster Geertje komen we tegen in het diaconieboek van 1703 en nemen hierbij aan dat de genoten consumpties in dezelfde herberg werden geschonken “den 5 mrt aan Geertje Meeuwis voor vertering van de leydecker 2-2-0.”

Van wat er in de tijden hierna met het pand gebeurde is niet veel bekend, wellicht kwam het ooit onder een andere naam in het nieuws.

 

Op het afgebeelde affiche ziet U dat er op 30 oktober 1784 een publieke verkoop was ten huize van Jan Heistek, kastelein in ‘t Regthuys te Uitwijk. Wel weten we dat het pand in de negentiende eeuw als boerderij in bezit was van Allettinus Heijstek.

Janneke Heijstek heeft ons eens verteld dat haar opa Huibertus Cornelis, roepnaam Huib en kleinzoon van genoemde Alettinus in deze woning opgroeide. Huib, die trouwde met Jansje Hak, had later een transportbedrijf voor de melk van de boeren in Waardhuizen en Uitwijk.

 

In de Tweede Wereldoorlog was er veel te doen om deze woning. Duitsers waren bij Huib en Jansje ingekwartierd en de woning had een strategische functie.

 

Na de oorlog, toen veel boeren niet meer van het boerenbedrijf alleen konden leven en daarnaast groenten en fruit, veelal aardbeien, teelden, verzorgde Huib het transport naar de veiling in Utrecht. In die naoorlogse tijd werd alleen nog het woongedeelte gebruikt, het dak van het boerderijgedeelte met de stallen, hooizolder en grote dorsvloer vertoonde veel lekkages, voornamelijk doordat vogels het riet weghaalden. Het onderhoud en herstel daarvan was uitermate kostbaar. Uiteindelijk werd rond 1960 besloten dat gedeelte te slopen en begon men achter het huis met glastuinbouw. Toen Huib in 1968 op nog maar 65-jarige leeftijd plotseling overleed, spraken zijn kinderen af dat Janneke’s vader Cornelis Huibert – die ook het tuindersbedrijf had overgenomen – de woning zou overnemen. In de jaren zeventig werd de woning verkocht, helaas aan een niet-Heijstek. Cornelis Huibert en Petrus zijn de laatste Heijstekken die in dat huis zijn geboren.

 

 

Op de zolder van de woning lag veel waardevol historisch materiaal wat na het overlijden van Huib allemaal werd vernietigd, dat heette het huis opruimen! Eén van de vernietigde objecten was het uithangbord van herberg de Roskam. Jammer, jammer, dat hadden we als herinnering graag in bezit gehad. Overigens heeft Janneke in haar huis in Almere nog een kast staan uit die herberg en het behoeft geen betoog dat zij daarop heel zuinig is. Ook heeft zij nog een schoenmakersleest en twee cacaobussen waarin door haar oma vroeger de gedroogde peertjes werden bewaard.

 

 

Boerderijen

Ooit stonden er in Uitwijk en directe omgeving vele fraaie boerderijen. Helaas zijn er een aantal afgebrand, dan wel ten prooi gevallen aan de slopershamer. Een drietal is ook vandaag de dag nog in volle glorie te aanschouwen, uiteraard tussentijds soms aangepast en gerestaureerd.

 

De Rooie Poort, vanaf 1788 eerst bewoond door drie generaties Heijstek, daarna twee generaties van Herwijnen, thans door de tweede generatie de Graaf, maar door onderlinge huwelijken in feite steeds ‘in de familie gebleven’. Zo kocht vader Corstiaan Heijstek in 1841 deze boerderij met 40 morgens land (één morgen is ongeveer ¾ hectare) van Gerrit Willemse Struijk en schonk deze aan zijn hierboven genoemde dochter, Mechelina Antonia, die was getrouwd met Zeger van Herwijnen. Ook was deze boerderij ooit in het bezit van Joost Heijstek en zijn vrouw Jannigje van der Beek, de ouders van de naar Zuid-Afrika vertrokken Jan, maar zij woonden er niet.

 

Aan de Giessen Eng, een smalle straat gelegen op de grens van Uitwijk en Giessen, ligt boerderij De Weenaert. Hiervandaan vertrok  Jan Heijstek naar Zuid-Afrika. Wij kennen hem als de stamvader van aller Heystekken die thans in Zuid-Afrika wonen.

 

Niet onbelangrijk in onze geschiedenis is de schuur Alm en Engvliet die bekend is als de plaats waar in 1834 de eerste dienst van de afgescheiden Gereformeerde Kerk plaatsvond. Deze afgescheidenen moesten hun diensten vooralsnog in schuren en dergelijke houden, zo ook bij boer Branderhorst, gelegen aan de Nieuwendijk, ongeveer zeven kilometer vanaf Uitwijk, een afstand die op zondag in weer en wind te voet werd afgelegd. Alettinus Heijstek werd daar in 1840 met water uit de Biesbosch gedoopt.

 

À propos: een zeer klein ‘bouwwerk’ wordt door veel bezoekers als kenmerkend voor Uitwijk genoemd, namelijk de dorpspomp. Men spreekt hierover zo in de trant van: “Prachtig, waar kom je zoiets nog tegen?!”