In een Heijstek database met meer dan tienduizend personen, kom je veel verschillende beroepen tegen. Een regelmatig terugkerend beroep is die van schoolmeester. Ook thans staan er Heijstek-schoolmeesters/docenten dagelijks voor de klas hun kennis over te dragen net zoals in de in 1799 geboren Barent Heijstek.

Slecht onderwijs in de 18e eeuw

Het onderwijs in de achttiende eeuw was niet best, men zou zelfs kunnen zeggen dat het slecht was. De schoolklassen zaten overvol, de onderwijzers waren slecht opgeleid, werden slecht betaald en in feite leerden de kinderen maar weinig. Er was niemand die toezicht hield op het onderwijs. Kinderen uit arme gezinnen kwamen nauwelijks op school, al op jonge leeftijd werden zij aan het werk gezet. Het naar school gaan was ook geen verplichting, het ging op vrijwillige basis. Dit laatste staat eigenlijk in een schril contrast met bepaalde bevindingen over een arm gezin Heijstek dat rond 1770 in de Hoekse Waard leefde en waarnaar al eerder onderzoek werd gedaan. De diaconie zorgde er daar voor dat de kinderen lessen konden volgen en betaalden zelfs schoolgeld. In een diaconieboek van 1770 stond vermeld : “betaald 29½ week schoolgeld en voor 0.6.0. boeken. Voor een zusje:

betaald schoolgeld 0.8.0., ook ABC, catechismus en evangelisme”.

Tientallen jaren werd er al gesproken over een verbetering van het onderwijs, pas in 1795 als de Patriotten aan de macht waren en de Bataafsche Republiek werd opgericht, maakten zij van het lager onderwijs een agendapunt. Men benoemde een comité dat plannen moest maken voor verbetering. Voor de bestuurders van de Bataafsche Republiek stond voorop dat iedereen, arm of rijk, in staat moest zijn onderwijs te volgen.

De onderwijswet van 1806

In 1806 werd de Onderwijswet, ook wel nationale Schoolwet genoemd, ingevoerd. Er gingen eisen gesteld worden aan onderwijzers, aan leermiddelen en schoolgebouwen en zeker niet onbelangrijk was het feit dat er ook een salariëring kwam voor de onderwijzers. Alle scholen gingen onder de schoolwet vallen en er kwamen toezichthouders die moesten nagaan of de scholen zich inderdaad aan de wet hielden. Een belangrijk artikel in de nieuwe wet ging over het christelijk karakter van het onderwijs, het was verboden om alleen een protestants of rooms thema uit te dragen, dat diende te worden overgelaten aan de kerk. Feitelijk ging de wet uit van een openbare school met een christelijk karakter. Slechts deze openbare scholen werden door de overheid gefinancierd en het zou maar liefst tot 1920 duren alvorens openbare en bijzondere scholen financieel werden gelijkgesteld.

Barent Heijstek

Op 20 oktober 1799 werd in de Brabantse plaats Wijk, nabij Heusden, Barent Heijstek gedoopt. Een zoon uit het huwelijk van Gerrit Heijstek (Uitwijk 1746 – Wijk 1827) en diens tweede vrouw Dirkske Pullen (Wijk 1764 – Wijk 1831). Vader Gerrit was onderwijzer. Hij begon zijn loopbaan in een tijd dat het onderwijs dus nog als slecht werd beoordeeld, maar hij maakte ook de onderwijshervormingen aan het begin van de negentiende eeuw mee.

Over de jeugdjaren van Barent is weinig bekend, echter men mag aannemen dat hij goed onderwijs heeft genoten en graag naar school ging. Zo graag zelfs dat ook hij een opleiding tot onderwijzer is gaan volgen. Een opleiding die ongeveer drie jaar duurde en waaraan hij rond zijn zestiende jaar begon. In 1818 was Barent klaar met die studie en bevoegd om les te geven. Waar hij dat de eerste twee jaar deed is niet bekend, wel dat hij in 1820 werd aangesteld als onderwijzer in zijn geboorteplaats Wijk. Hij kon toen nog niet bevroeden dat hij daar pas 48 jaar later afscheid zou nemen.

Barent was al ruim 34 jaar toen hij op 8 mei 1834 in Wijk in het huwelijk trad met Janneke Pullen, geboren in Wijk op 24 januari 1802. In de huwelijksakte staat als beroep bij Janneke vermeld particuliere, een aanduiding die toen wel vaker werd gebruikt. Dit wil zeggen dat zij niet van anderen afhankelijk was, dus voor zichzelf kon zorgen. Heel bijzonder was dat tegelijk met dit huwelijk ook het huwelijk van Janneke’s tien jaar jongere zuster Seijke met Wouter Bleijenberg plaatsvond. Uit het huwelijk van Barent en Janneke zijn geen kinderen geboren, toch wrang voor iemand die zijn gehele loopbaan met kinderen werkte.

Huwelijksakte Barent & Janneke

Barent maakte veel vernieuwingen mee

In de eerste helft van de negentiende eeuw veranderde er veel op het gebied van onderwijs. Zo was er in Barent’s geboortejaar 1799 de aanstelling van de eerste minister van onderwijs, die als doel stelde het onderwijs op landelijk niveau te regelen en te verbeteren, want: “de kwaliteit van de Nederlandse samenleving staat of valt met de kwaliteit van het onderwijs”.

Een aantal andere maatregelen die werden genomen:

Ø  Rond 1820 werden kweekscholen opgericht teneinde het peil van de onderwijzers omhoog te brengen

Ø  Rond 1827 werden door de overheid gelden beschikbaar gesteld voor de opleiding van onderwijzeressen, weliswaar niet voor iedereen maar voor “zorgvuldig geselecteerde jonge meisjes”.

Ø  Rond 1832 werd geijverd voor de invoering van betere schoolboeken, een goede inspectie en een betere begeleiding van de schoolmeesters

Ø  In 1857 kwam er een voortzetting op het lager onderwijs door middel van een school voor Meer Uitgebreid Lager Onderwijs, beter bekend als de MULO

Ø  In 1863 werd bij een nieuwe wet op het middelbaar onderwijs de Hogere Burger School ingevoerd, de HBS, vier jaar later de Middelbare Meisjes School, kortweg de MMS.

Barent zag meer veranderen

Menigeen van de huidige generatie beweert dat geen generatie hiervoor zo veel nieuwigheden heeft meegemaakt als zij, maar dat kon onze Barent ook hebben gezegd. Naast het onderwijs zag hij heel veel zaken veranderen, zo had hij in 1816 het eerste stoomschip kunnen zien aankomen in Amsterdam, had hij in 1839 getuige kunnen zijn van de eerste spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem, op een fiets leren rijden of in 1848 de opening kunnen bijwonen van de eerste gasfabriek, dan nog geschreven als gazfabriek. Dit alles klinkt vandaag de dag weinig spectaculair in vergelijking tot de eerste auto, het eerste vliegtuig of een reis naar de maan, maar men moet dat zien in de geest van de tijd dat men leeft. Nu een bericht dat in een enkele seconde de wereld rond gaat, waar Barent en zijn tijdgenoten eraan gewend waren dat een brief naar bijvoorbeeld Nederlands-Indië ongeveer drie maanden onderweg was.

Prijs voor schoonschrijven

Een feestelijke dag beleefde Barent op 7 augustus 1850 toen in Arkel de jaarlijkse vergadering van onderwijzers plaatsvond. Een citaat uit de krant: “De dag van heden wasweder een ware feestdag voor den schoolopziener en de onderwijzers van het 8ste district van Noordbrabant. Zij hielden wederom alhier hunne gewone jaarlijksche algemeene vergadering.” Een bijzonder onderdeel was een wedstrijd schoonschrijven, waarover het tijdschrift voor onderwijzers DE WEKKER meldde: “Dit verslag werd met veel genoegen aangehoord en mogt aller goedkeuring wegdragen. Daarna werden de prijzen uitgereikt, verworven door het schoonschrijven. Van de schriften door onderwijzers verwierven den Hartogh, ondermeester te Werkendam en de Fijter , ondermeester te Andel, de bekrooning, en werden zij door den voorzitter Verschoor met mooije en nuttige boekwerken bekroond; terwijl voor de kinderschriften de Mijs en premie werden behaald door de heeren Heijstek (van Wijk) , de Kok (van Aalburg). Beiden kregen ook schoone boekwerken daarvoor”.

Een assistent voor Barent

In oktober 1856 verscheen onderstaande advertentie in de krant. Had Barent het te druk of waren de klassen te groot geworden?

Barent in een commissie voor levensverzekering

In augustus 1860 maakte Barent deel uit van een commissie, die “een contract samenstelden tusschen Noordbrabantsche onderwijzers om, bij overlijden hunne naaste betrekkingen of bloedverwanten te verzekeren van eene toelage of uitkeering ineens”. De voorwaarden werden vermeld in het blad Schoolnieuws.

Schoolnieuws

Geen voorzanger meer

Een bijzondere teleurstelling ervoer Barent in 1862 als Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hem mededelen dat hij per 1 januari 1863 zou worden ontheven van zijn taak als voorzanger en voorlezer van de Hervormde Kerk in Wijk. Zijn beroep tegen dat besluit werd niet gehonoreerd, zo kon men lezen in de krant van 29 december 1862.

Vijftigjarig jubileum als onderwijzer

Op 14 oktober 1868 was Barent maar liefst 50 jaar onderwijzer, het blad “DE WEKKER” wijdde daaraan een groot artikel, onderstaand een weergave in de oorspronkelijke schrijfwijze:

“Vijftig-jarige Schooldienst van den Heer B. Heijstek te Wijk, bij Heusden, 14 October 1868

Het was feest te Wijk op 14 October 1868.

Had het uiterlijk voorkomen van de gemeente het u al niet gezegd, gij zoudt het gelezen hebben op het gelaat van iederen dorpeling, in de trekken van allen, die van andere plaatsen toestroomden.

En Wijk had regt een feest te vieren. De geachte hoofdonderwijzer telde 50 dienstjaren: 48 daarvan mogt hij te Wijk doorbrengen. Die dag moest herdacht worden; met belangstelling werd hij herdacht: dat tuigde de tegenwoordigheid van den geheelen gemeenteraad met den geachten Burgemeester aan het hoofd; dat tuigde dat tal van commissiën, gevormd om den jubilaris met geschenken te overladen; dat tuigde de tegenwoordigheid van schoolopziener en oud-schoolopziener en menigte van ambtsbroeders, opgekomen om mede feest te vieren. Ambtsbezigheden hadden den heer Inspecteur verhinderd mede tegenwoordig te zijn.

Te tien ure bevonden zich al de feestgenooten in de door den heer Prillevitz smaakvol versierde school. De jubilaris werd met een toepasselijk gezang ontvangen door de schooljeugd, en met eene hartelijke toespraak van den hulponderwijzer.

De schoolopziener Ringeling wenschte hem op de meest vereerende wijze geluk en overhandigde hem namens de hooge regering de zilveren medaille, met dankbetuiging voor zoo langdurig bewezen diensten.

Ook de oud-schoolopziener H.E. Verschoor voegde hartelijke woorden van gelukwensching daarbij, woorden die ten bewijs strekten van de genegenheid welke hij den jubilaris steeds toegedragen had en tot op dat ogenblik toedroeg.

Na eenige oogenblikken van verpozens werd de Heer Heijstek aangesproken door den heer Burgemeester qua hoofd van het gemeentebestuur; daarna door den Heer Predikant namens den Kerkeraad en het Kerkbestuur; door den Heer Prillevitz namens de gemeentenaren, door de heeren P. en J. Bosman namens de oud-leerlingen; door den Heer de Kok namens zijne ambtgenooten uit Heusden en omstreken,­ die hem allen op de hartelijkste wijze geluk wenschten met het voorregt dat hun mogt ten deel vallen. Al deze toespraken waren vergezeld van prachtige kostbare geschenken, waaronder een Statenbijbel, keurig gebonden en met zilver gemonteerd, eene zeer nette schrijftafel en zilveren inktkoker, eene gouden schrijfpen, enz.

Nadat de heer Verheul nog den grijzen onderwijzer in eenige dichtregelen gevoelvol had toegesproken, stond deze zelf op,en beantwoordde in eenvoudige maar hartelijke taal de

verschillende aanspraken en noodigde tenslotte de aanwezigen aan een collation, dat ten vijf ure stond aangerigt voor een 75tal gasten. Ware feestvreugde en opgeruimdheid zaten daar voor en maakten die oogenblikken niet tot de minst aangename van den dag. Een schrootvuur van toasten en geestige gezegden kruisten door elkaar, en hielden de feestgenooten tot laat in den avond bijeen. Men scheidde noode, maar man scheidde met de gedachte waarachtig genot gemaakt te hebben. Wij zeiden boven: “Het was feest in Wijk!” Wij mogen eindigen met de woorden die wij menigen feestgenoot hoorden zeggen : “Wij hebben nooit zoo’n feest gevierd!”

Van de bewoners van Wijk, waarvan er ongetwijfeld velen ooit leerling waren van Barent, kreeg hij uit erkentelijkheid een oorkonde met opsomming van de namen van de inwoners van Wijk.

’n bedankje

Barent krijgt pensioen

Bijzonder is dat in een tijd dat de gemiddelde ouderdom aanzienlijk lager was dan nu, men pas op 75-jarige leeftijd een pensioen kreeg. Het volgend bericht werd ontleend aan een krant van 26 mei 1874:

Op 10 februari 1880 overleed Barent.

Akte van Overlijden

GENEALOGIE van Barent Heijstek

I LODEWIJK HEIJSTEK

Geboren in Uitwijk rond 1570. Naam van zijn echtgenote onbekend. Uit zijn huwelijk zijn 4 kinderen bekend, waaronder:

II MEEUWIS LODEWIJKS HEIJSTEK

Geboren in Uitwijk rond 1600. Naam van zijn echtgenote onbekend. Uit zijn huwelijk zijn 4 kinderen bekend, waaronder:

III HEIMEN MEEUWISSE HEIJSTEK

Geboren in Uitwijk rond 1630. Naam van zijn echtgenote onbekend. Uit zijn huwelijk zijn 5 kinderen bekend, waaronder:

IV LODEWIJK HEIMENSE HEIJSTEK

Geboren in Uitwijk rond 1670 en aldaar overleden voor 1741. Trouwde op 19 mei 1696 in Woudrichem met Mecheltje Corsten van Oversteegh, begraven in Uitwijk op 8 oktober 1747. Uit dit huwelijk zijn 8 kinderen geboren, waaronder:

V PIETER LODEWIJKS HEIJSTEK

Gedoopt in Uitwijk op 13 januari 1715 en aldaar overleden 8 mei 1776. Ging op 2 mei 1739 in ondertrouw in Almkerk en Emmickhoven met Willemke Gerrits van Wensen, gedoopt in Almkerk en Emmickhoven op 14 januari 1713 en aldaar begraven op 23 mei 1770. Uit dit huwelijk zijn 8 kinderen geboren, waaronder:

VI GERRIT HEIJSTEK

Geboren in Uitwijk op 9 oktober 1746 en overleden in Wijk op 17 november 1827. Trouwde voor de 1ste keer op 28 april 1782 in Zuilichem met Jenneken de Swart, gedoopt in Zuilichem op 30 september 1753 en overleden voor 1797. Trouwde voor de 2e keer op 1 juni 1797 in Wijk met Dirkske Pullen, geboren in Wijk en Aalburg op 26 januari 1764 en aldaar overleden op 16 september 1831. Uit dit laatste huwelijk zijn 3 kinderen geboren, waaronder:

VII BARENT HEIJSTEK

Gedoopt in Wijk op 20 oktober 1799 en aldaar overleden op 10 februari 1880. Trouwde op 8 mei 1834 in Wijk met Janneke Pullen, geboren in Wijk op 24 januari 1802.